Of GroenLinks nog bestaansrecht heeft, vragen journalisten ineens. Toegegeven, GroenLinks heeft die vraag door het echec zelf op tafel gelegd. Prominenten als Van Poelgeest ('het fundament moet ter discussie staan') of Van Gent ('fusie moet bespreekbaar zijn') voeden vervolgens het beeld van een partij die twijfelt aan haar bestaansrecht.

Ik twijfel niet. Geen seconde. Bestaansrecht? GroenLinks heeft bestaansplicht! Niet omdat de partij een doel op zich is, maar vanwege de idealen die bij GroenLinks hun natuurlijke thuis hebben.

GroenLinks heeft honderden lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders. De partij blijkt onmisbaar. 'Groen' mag geannexeerd zijn door vele andere partijen, het blijkt bij hen slechts bij woorden te blijven. Zo schrapte Samsoms 'groene' PvdA 155 miljoen euro aan (door GroenLinks bevochten) duurzaamheidsinvesteringen en verbood D66 windmolens. In mijn eigen gemeente is GroenLinks de motor achter zaken als warmte-/koudeopslag, groene daken, de autoluwe binnenstad en sociale hervormingen.

Geen enkele twijfel dus over de noodzaak van een partij die groen en sociaal verbindt. Noch bij mezelf, noch binnen de partij proef ik grote discussie over de koers (op Kunduz na). Het verkiezingsprogramma oogstte lof.

Wat een discussie over 'inhoud' of 'koers' lijkt, gaat vooral hierom: GroenLinksers zijn, juist vanuit hun oprechte idealisme, slecht in politiek bedrijven. De partij moet niet op zoek naar zichzelf of naar een nieuwe koers. Wel moet zij zich committeren aan een hard, kraakhelder, ongenuanceerd discours om haar idealen te verkopen.

Hard? Ongenuanceerd? Vloeken in de kerk voor veel partijgenoten. 'Wij bedrijven genuanceerde, inhoudelijke politiek', zullen ze zeggen. 'En hoe gaat dat tot dusver?', is mijn vraag aan hen.

Amsterdam bleek recent koploper in elektrische auto's. Ook bleek dat een recordaantal werklozen door wethouder Andrée van Es aan een baan wordt geholpen. Tijd voor een hyperbolisch persoffensief? Nee, GroenLinksers zijn alweer bezig met de volgende nota. Niet alleen wordt foutief aangenomen dat succes zichzelf verkoopt (en dat onze sleutelpositie in dat succes evident is), maar succes actief incasseren, wordt door GroenLinksers zelfs ervaren als onsmakelijk.

GroenLinksers zijn zo gefocust op 'de inhoud' dat ze vergeten het basale politieke handwerk te verrichten.

Neem ontslagrecht. Andere partijen stellen dat de partij voor 'versoepeling van het ontslagrecht' is en daarom 'rechts'. Een GroenLinkser zal vanuit de inhoud antwoorden ('We willen het ontslagrecht inderdaad hervormen, want...'). Een effectievere respons is: 'GroenLinks is niet rechts, u bent conservatief. U draait uw achterban een rad voor ogen. Wij willen het ontslagrecht versterken en verbeteren. Ons voorstel is dubbel links: het beschermt werknemers én vergroot de toegang tot de arbeidsmarkt'. Maar GroenLinksers nemen aan dat kiezers heus wel snappen dat we een bedachtzaam, sociaal voorstel hebben. Vandaar ook dat kiezers (en journalisten) denken dat er geen verschil is met D66 op sociaal-economische thema's. Dat is onwaar en gevaarlijk voor GroenLinks.

Ook dat zit nauwelijks in de inhoud; het verschil is levensgroot. De fout zit in het 'frame'. Door het succesvolle (maar bedrieglijke) frame van D66 (sociaal-liberaal), en ons eigen onduidelijke, want ogenschijnlijk inconsistente frame (links-liberaal), lijken beide partijen naast elkaar op de links-rechts as te zitten, terwijl dit niet zo is. Sterker nog, er vallen voor GroenLinks alleen kiezers te halen bij D66 door hun kiezers - die D66 vaak linkser verwachten dan ze daadwerkelijk zitten - duidelijk te maken dat hun voorstellen wel liberaal zijn, maar niet sociaal.

'Links progressief' zou een helderder frame zijn voor GroenLinks. SP en PvdA zijn eerder 'conservatief links'.

GroenLinks behoeft geen 'waarheen/waarvoor'-discussie. De partij moet ophouden haar weigering de basisregels van hedendaagse politieke communicatie te aanvaarden, te vergoelijken als nieuwe, inhoudelijke politiek. Pas als gebleken is dat wij als partij fundamenteel niet in staat blijken, of niet bereid zijn ons dat kunstje eigen te maken, ben ik bereid de vraag naar het bestaansrecht te stellen.

Jorrit Nuijens,
fractievoorzitter GroenLinks Deelraad Amsterdam-Centrum
(Trouw d.d. 12/10/2012)