Us mem, symbool van arbeidzaamheid en voorspoed staat op stal.
We moeten bezuinigen en dat zorgt voor een berg cijfers, die zich niet totaal makkelijk laat plaatsen. Maar bij bezuinigingen draait het niet om cijfers, niet om papier, maar om de werkelijkheid en om de mensen.

 

De perspectiefnota is niet meer dan een momentopname; ze laat een werkelijkheid zien die soms nu al achterhaald is. De situatie in ons land verandert mee met de situatie zoals die zich in Europa en de wereld ontwikkelt. In die context praten we hier over onze bezuinigingen. Toch is het goed de open blik te houden; niet te reageren met verkramping, alles bij het oude laten, angst. Een open blik zorgt voor scherpte, creativiteit, anders naar zaken kijken.

Zien wij die creativiteit terug? Te weinig. Groenlinks vindt dat de kaders ontbreken. Vanuit welke gedachtegang zijn de voorstellen geformuleerd? Er worden nu bezuinigingen voorgesteld waarvoor het beleid nog vastgesteld moet worden. Er staan boterzachte aannames en taakstellingen in. Daar komt bij dat alles in een keer op tafel komt, dat maakt het voor de raad niet eenvoudiger. Wat Groenlinks vooral mist is een visie op de taak van de gemeentelijke overheid. In tijden van weelde is de overheid de melkkoe. Dat is voorbij. De overheid moet steeds meer de rol van regisseur krijgen, stimuleren, mensen bij elkaar brengen, inspireren en mogelijk maken, laten we dat niet vergeten. De overheid moet ook bepaalde zaken garanderen: een stevige basis onder het bestaan. Dat betekent niet dat de overheid de verantwoordelijkheid gaat overnemen; die ligt bij de mensen zelf, bij de werkverbanden, gemeenschappen en verenigingen. Niet: waar hebben we recht op, maar waar zijn we samen verantwoordelijk voor. En wat onze gemeente vooral goed moet doen, is communiceren: mensen vanaf het begin laten meedenken en praten.

Groenlinks heeft haar idealen: een duurzame gemeente waar kwaliteit voorop staat, goed gastheerschap, zorgvuldig omgaan met ons milieu en ons landschap, de jeugd die onze toekomst draagt; de bereikbaarheid van en verscheidenheid in voorzieningen, zoals scholen en cultuur. Mensen aanspreken op wat ze kunnen, mensen uitdagen, maar nooit zonder een stevige basis. Daar zijn onze amendementen ook op gericht.

In deze perspectiefnota zien we de kaasschaaf: overal wat, bij sommige meer en bij sommige minder en hier en daar wordt iets overgeslagen. En toch spreekt Groenlinks daaraan iets aan: dat we het samen moeten doen, iedereen moet bereid zijn om met een open blik te kijken naar wat zijn bijdrage kan zijn. Dat heeft de raad ook gedaan door bijvoorbeeld fors in te leveren op de fractiebudgetten. Rechtvaardigheid toetsen van bezuinigingen op het gebied van sociaal welzijn, sport, cultuur is nodig. Houden we de kwaliteit van ons jongerenwerk overeind, kunnen de ouderen straks nog naar de dagbesteding, leggen we de zwaarste lasten op de goede schouders, doen we niet een te groot beroep op onze vrijwilligers. Allemaal een evenredige bijdrage leveren, dus ook het theater. Daarvoor hoeft geen uitzondering gemaakt te worden. Vandaar dat Groenlinks ook hierover een amendement indient. Gelukkig wordt er niet bezuinigd op amateurkunst. Groenlinks waardeert dat, heeft daar ook altijd voor gepleit.

Een open blik betekent ook dat je kijkt naar wat vaststaande gegevens lijken. De grote projecten in het kader van de strategische samenwerking: willen we die nog allemaal; kunnen die überhaupt nog doorgaan in deze tijden? Zet ze op een rij, kijk naar wat stilligt, weinig kansrijk, geen bijdrage levert aan wat wij willen. De gereserveerde bedragen in de begroting, miljoenen, soms nog stammend uit de vorige gemeentes. Kijk daarnaar, zet ze op een rij, prioriteer, willen we dat nog steeds? Daar valt volgens Groenlinks het geld te halen voor zaken die we overeind willen houden; En wie weet, heel misschien is een positieve kijk op de financiële toekomst geen roze bril; misschien zijn er meevallers…

Koersen in woelig water, zeeslag heeft Groenlinks het genoemd. De bakens zijn onzeker, worden verzet. De koers moet telkens verlegd worden, zonder zware averij op te lopen. Maar het is niet de koers die bepalend is. Het is de stip op de horizon, weten waar je naartoe wilt. De vlootschouw noemt het college dat. Wij pleiten ook nog voor een plaatsje voor onze museumschip Johanna Jacoba daarin.