Het gaat erom dat we energieneutraal gaan worden in 2020. Met welke vormen van schone energie dat bereikt kan worden maakt niet uit.

 

Verslag themadag GroenLinks 10 september 2011

Opening door Angeline Kerver, fractievoorzitter GL Súdwest-Fryslân (SWF)

Angeline heet iedereen welkom, legt uit waarom we bij elkaar zijn vandaag en wat het doel van de bijeenkomst is: samen te kijken of we tot een standpunt kunnen komen omtrent windenergie.

Angeline vertelt over haar persoonlijke kijk op het windmolenpark bij Sexbierum. Ze vindt het er prachtig uitzien door het lijnenspel en raakt opgetogen van de wetenschap dat het park groene energie opwekt. Ze benoemt ook direct een heikel punt: het landschap. Zelf zit ze met een dilemma opgroepen door Wubbo Ockels: hij zegt dat het verstandig is om ons alleen op zonne-energie te richten en niet op verschillende vormen van duurzame energie.

Er wordt kort gediscussieerd over dit punt. We spreken af dat het vandaag zal gaan over duurzame energie in het brede verband met extra aandacht voor windenergie.

Inleiding door Irona Groeneveld, fractievoorzitter GL provincie

Irona vertelt dat de provincie reeds een 'houtskoolschets' heeft aangenomen in februari 2011 waarin de visie op windenergie vertaalt staat. Hierin staat dat kleine bestaande windmolens moeten worden vervangen door grote. Ze vertelt dat GL heeft gezegd tegen de gedeputeerde: "gooi de kleine dorpswindmolens niet weg", maar de gedeputeerde is standvastig: kleine moeten worden vervangen door grote.

Er zijn daarnaast drie plaatsen (zoekgebieden worden ze genoemd) aangewezen in Friesland waar een windpark(cluster van molens) mag worden gebouwd. Deze zoekgebieden zijn: de kop van de Afsluitdijk, het friese deel van het IJsselmeer en een gebied bij Heerenveen. Dit betekent dat als bv Leeuwarden een windpark zou willen, dit eigenlijk niet kan/mag. De huidige gedeputeerde is Johannes Kramer van de FNP; de FNP wil 0 windmolens op het land, alles in zee. In de houtskoolschets is de hoofdlijn uitgezet, maar deze kan nog worden bijgestuurd. Deze bijsturing is afhankelijk van waar het college mee terugkomt. Initiatiefrijke en eigenwijze gemeenten zouden daarin meegewogen kunnen worden.

Ze vertelt verder dat de discussie over windenergie gepaard gaat met veel emoties. Mensen zijn bang voor de overlast, de slagschaduw(van de wieken), vervuiling van het landschap, geluidsoverlast etc. Ze noemt het dilemma dat de fossiele energie eindig en vervuilend is en we andere soorten van energie nodig (gaan) hebben.

Inleiding door Jos Duindam, ervaringsdeskundige

Jos vertelt hoe in 1985 Noorderwind als tegenhanger van kernenergie Noorderwind is opgericht. Dit was een stichting die begonnen is met 4 kleine windturbines. Uiteindelijk is dit uitgegroeid tot het huidige windpark A7.

Jos vertelt hoe hij in Pingjum begonnen is met het bijeenroepen van een bijeenkomst in het dorpshuis. Er kwamen 11 bewoners die graag een eigen windmolen wilden gaan opzetten. Met dit idee gingen zij naar het dorpsbelang. Die ging akkoord. Daarna ging de groep naar de gemeente; die ging ook schoorvoetend akkoord. Vervolgens moest de financiering geregeld. Dit was destijds niet eenvoudig, maar is ook gelukt: uiteindelijk kwam de dorpsmolen er. De afspraak met de energiemaatschappij dat de "vermeden" energiekosten uitbetaald werden aan het dorp bleek uiterst lucratief.

Jos zegt dat windenergie ook emotie is. Er is dan maar 1 advies te geven als je ermee aan de slag gaat: rustig blijven. De meeste argumenten tegen windenergie zijn nonsens; er is slechts 1 steekhoudend argument: je kunt ze lelijk vinden.

De turbines van tegenwoordig zijn zeer sterk. Ze kunnen 28.000.000 kW. per jaar opbrengen. De opbrengst is groot. In de voornoemde constructie gaat al het geld dat binnenkomt van de energiemaatschappij terug naar het dorp. Op die manier kan windenergie veel voor een dorp betekenen en is er draagvlak. In Pingjum wordt de nieuwe school/dorpshuis door deze constructie energieneutraal gebouwd.

Introductie voor de discussie, Peter Kranendonk, GL SWF

Peter vat het voorgaande samen en concludeert dat er drie elementen zijn die een verschillende aanpak vragen en die in ogenschouw moeten worden genomen bij het bepalen van een strategie:

  1. De eigen mogelijkheden van de gemeenten om windenergie in je eigen gemeente op de kaart te krijgen;
  2. De mogelijkheden als gemeente(n) om naar de provincie toe windenergie op de kaart te krijgen;
  3. Het eigen initiatief van een burger/gemeenschap.

Discussie

Uit de discussie die volgde, zijn de volgende uitgangspunten gedistilleerd:

-

Het gaat niet om de getallen, zoals 6000 mW op land in 2020 of iets dergelijks. Voor de burger is het interessant om het tastbaar te maken, zoals met de dorpsmolens.

-

Het gaat erom dat we energieneutraal gaan worden in 2020. Met welke vormen van schone energie dat bereikt kan worden maakt niet uit.

-

Een mix van schone energievormen (wind/zon/geometrie/water/biogas) kan afhankelijk zijn van de gemeente waarin je woont en in de ene gemeente past bijvoorbeeld wind beter en in de andere gemeente geometrie. De gemeente SWF leent zich zeer goed voor inzet op windenergie.

-

Zoek allianties. Voorbeelden:

1. De veehouderij komt de komende jaren in de problemen; wellicht koppelen van duurzaam landbouwbeleid aan duurzame energie duidelijker leggen. Samenwerking zoeken met de boeren (dus ook het CDA) hierin.

2. De natuurbeschermers. Deze organisaties zijn vaak tegen windenergie. Als we ze kunnen overtuigen van de opbrengst voor de planeet (minder CO2uitstoot) en ook van bijvoorbeeld het financiele gewin, kunnen we samen optrekken. De Waddenvereniging zou bijvoorbeeld een partner hierin kunnen worden.

-

Kom met een kort, eenvoudig en zakelijk verhaal; concretiseer als politicus.

-

De gemeente SWF zou een voortrekkersrol kunnen innemen als het gaat om windenergie en later als landelijk voorbeeld kunnen dienen. De provincie zou dan wel ruimte moeten geven. Kunt ook proberen binnen je gemeente de wethouder een opdracht te geven om windenergie in te gaan zetten. De wethouder moet daar dan mee naar de provincie.

-

Voorbeelden van de kleinschalige dorpsmolens zijn ijzersterk. Het draagvlak wordt gecreëerd omdat de opbrengsten direct ten goede komen aan het dorp. Als men zich daar bewust van wordt dan is dat aantrekkelijk om zelfstandig geld te kunnen genereren. Kansen bij de krimpende budgetten en de nadruk op de zelfredzaamheid van gemeenschappen. Ook de argumenten van horizonvervuiling etc. worden dan van veel minder belang als het geld opbrengt.

-

Technisch is heel veel mogelijk; de grote nieuwe windmolens hebben een enorm rendement, maken nauwelijks geluid en hebben sensoren om bv slagschaduwen tegen te gaan.

-

Bij de provincie zitten twee beleidsterreinen elkaar op dit vlak in de weg: leefbaarheid op het platteland versus duurzaamheid.

-

Maak de verbinding ook naar de economische crisis: windenergie levert geld, banen en autonomie op.

-

Blaas het idee van een lokale energiemaatschappij nieuw leven in: toekomstgericht!

-

De rijksoverheid schuift veel taken af op de lagere overheden. Als je dat strikt doorvertaald, dan zouden gemeenten ook de ruimte moeten krijgen om hier zelf haar keuzes te mogen maken en niet zoals nu door de landelijke en provinciale bestuurders tegengehouden worden.

"Laat de Sudwester gaan waaien in Súdwest-Fryslân!"