Maar het was geen eendagsvlieg. De voedselbank is een vaste schakel in de keten van hulpverlening.
In Sneek worden zo’n 60 – 70 mensen per jaar geholpen. In principe is de hulp beperkt tot één jaar, een klein aantal mensen krijgt vanwege vaak psychische problemen, langdurige hulp. Mensen kunnen verwezen worden, maar ieder die deze hulp denkt nodig te hebben, kan zich gewoon melden. Je moet voldoen aan de landelijke voorwaarden en een intakegesprek hebben. Best intensief beaamt een van de vrijwilligers, als ik naar zijn ervaringen vraag.
‘Soms vraag ik mezelf ook wel eens af hoe het mogelijk is dat mensen in zo’n situatie terechtkomen, dat ze bij ons moeten aankloppen. Vaak gaat het om mensen die tussen de wal en het schip vallen. Soms is een paar weken hulp ook genoeg om hun leven weer op de rails te krijgen.’
Ook moet je bereid zijn een hulptraject in te gaan, bijvoorbeeld schuldhulpverlening. De inschatting is, zo bleek tijdens mijn bezoek, dat slechts zo’n 20 - 30 % van de mensen die in aanmerking voor deze hulp komen, bereikt wordt.
‘En de drempel is al laag hier. Het is niet midden in de stad, dat is fijn voor mensen die daar een probleem mee hebben. Je kunt altijd een bakje koffie of thee krijgen. Tijd voor een gesprekje is er ook. Ik maak iedere keer weer mee, dat iemand heel emotioneel wordt,’ zegt een van de 70 vrijwilligers.
De nieuwe locatie heeft een grote opslagruimte, heel overzichtelijk ingedeeld en gerubriceerd. uitgiftedeel en een kantine voor de medewerkers. ‘Hebben we eindelijk een beetje warmte,’ zegt een van de vrijwilligers. Er is een grote verzamellocatie voor Friesland (als ik het goed onthouden heb: voor 17 voedselbanken) in Drachten. Vandaaruit wordt het voedsel verdeeld. Soms komen er lokaal extra voedselwaren bij. Er zijn a-, b-, c-, en d-pakketten, respectievelijk voor alleenstaanden, een koppel, een gezin met 1 of een gezin met 2 of meer kinderen. De pakken worden door vrijwilligers ingepakt. Er is dus niet een ‘buffetsysteem’ zoals andere voedselbanken dat soms kennen. Naast de vaste waren komt er zuivel bij, verse groente, eventueel (diepvries)vlees (wel of niet halal) of vegetarisch en (diepvries)brood. De bezoekers moeten zelf de boodschappen vanuit hun karretje inpakken en meenemen. Er is altijd ruimte voor iets speciaals. Er is een rek met spullen die je gratis kunt meenemen, warme mutsen bijvoorbeeld. Ook zijn er speciale pakketten voor kinderen die jarig zijn.
Ieder jaar wisselt de groep van zo’n zestig mensen dus. Als de inschatting klopt van zo’n 20 - 30% van de doelgroep, dan zijn er dus ieder jaar zo’n 200 mensen die eigenlijk in een onmogelijke situatie zitten. Daar word ik stil van.
Angeline Kerver